Het project Vissen voor Verbinding heeft een grote broer: het ‘Zeeforel Funen’ project in, jawel, Denemarken. In de jaren ’90 hebben de Denen rivier- en vispopulatieherstel stevig aangepakt. Met als resultaat een sterk verbeterde waterkwaliteit en zeeforelpopulatie. Daarnaast is het project ook een economisch succes door de toename van sportvisserij. Jan Kamman van Sportvisserij Nederland vist niet graag achter het net en nam voor ons een kijkje in Denemarken. Wat leerde hij van zijn Deense collega’s?
1: Uitzetten van smolts kan ook!
Als je de visstand wilt herstellen door vis uit te zetten, dan kun je het beste zo jong mogelijke vis gebruiken. Dat is wat de literatuur ons vertelt. Jonge vis die in de beek opgroeit leert namelijk op een natuurlijke manier zijn voedsel te benutten. Ook zijn ze beter bestand tegen predatie van vogels en andere vis en past de kleine vis zich beter aan de omstandigheden in de beek aan. Maar de Denen doen het anders. Op het Deense eiland Funen kiezen ze ervoor om iets grotere zeeforel (smolts) uit te zetten in plaats van hele jonge vis, omdat deze minder snel worden opgegeten door aalscholvers. Daarnaast zetten ze in Denemarken heel veel vis uit (500.000 smolts per jaar). Voor zoveel kleine vis is er in het beeksysteem niet genoeg voedsel beschikbaar. Smolts kunnen lager in de beek worden uitgezet, dicht bij de monding naar de rivier, hier is voldoende voedsel voor de vele zeeforellen.
2: Korte periode van imprinting
Tijdens de opgroeiperiode van zeeforel worden de kleine visjes ingeprent met de geur van de beek waar ze opgroeien. Zo kan de zeeforel wanneer hij ouder is – en klaar is om te paaien – zijn opgroei beek weer terug vinden. Een lange imprinting periode is één van de redenen om vis zo jong mogelijk uit te zetten. Toch zien ze op Funen weinig negatieve effecten van het uitzetten van oudere zeeforellen. Het uitzetten van oudere zeeforellen, zorgt misschien wel voor meer “strayers” (vissen die bij terugkeer door het systeem gaan dwalen omdat ze de goede route niet kunnen vinden). Maar dit is voor een systeem als Funen met een groot aantal geschikte paaibeken geen probleem.
3: Smoltificatie is moeilijk te stoppen
In de Deense kwekerij van Havørred Fyn kweken ze al jaren veel zeeforel. De collega’s in Denemarken zien dat ze het smoltificeren van jonge zeeforel moeilijk kunnen stoppen. Tijdens het smoltificeren verandert de jonge zeeforel sterk van vorm en krijgt hij een zilverachtige kleur. Ook zorgt het smoltificatieproces ervoor dat de forel tegen hogere zoutgehaltes kan. Al deze verandering van de vis zijn nodig om van de zoete beken naar de zoute zee te kunnen migreren. Voor het bezoek aan Denemarken was het Nederlandse idee om de jonge zeeforellen 2 jaar te laten groeien en daarna pas te laten smoltificeren. Grotere smolts worden namelijk minder snel opgegeten. Daarnaast is het makkelijker om in grotere vissen zenders te plaatsen, waarmee we de zeeforel kunnen volgen. Met het verkregen inzicht uit Denemarken, lijkt het erop dat het uitstellen van het smoltificatieproces niet mogelijk is.
4: Sportvissers zorgen voor meer inkomsten
In vergelijking tot normale toeristen zorgen sportvissers voor meer inkomsten op Funen. Een sportvisser neemt gemiddeld 5 overnachtingen per bezoek en geeft ± €30 per dag meer uit dan een gewone toerist. Exclusief de overnachtingen (55.000 per jaar) zorgen sportvissers op Funen voor 7 – 8 miljoen euro aan omzet. De grote stroom aan sportvistoeristen zorgt op Funen voor veel werkgelegenheid.
5: Sportvisserij als verbindende partij
De Deense sportvisserij organisatie, Havørred Fyn is op Funen de verbindende partij. Ze verzamelen en bundelen alle belangrijke informatie voor sportvissers, zoals het weer, accommodatie mogelijkheden, viswinkels, visvergunningen en parkeerplaatsen. Alles op één plek, zo wordt het de sportvistoerist zo makkelijk mogelijk gemaakt. Daarnaast is Havørred Fyn ook de verbindende partij tussen de provincies en gemeenten. Er wordt bijvoorbeeld nauw samengewerkt met overheden bij beekherstel. Ook zorgt de samenwerking voor een goede promotie van het Deense herstelproject en krijgt het project politieke steun.